Doek met ruitmotieven en applique

De vrouwen dragen de doeken tijdens feesten, of bij vieringen en begrafenissen. Men draagt er een T-shirt of blouse bij. Vroeger (zo'n 20-30 jaar geleden) droeg men er een andere pangi boven, als een cape ('kaikon' in Aukaans Ndjukatongo) onder de kin vastgebonden of over een schouder gedrapeerd en vastgebonden. De effen felgekleurde stoffen zijn iets van de laatste tijd, vroeger gebruikte men geruite en gestreepte doeken (afkomstig uit Nederland, bijvoorbeeld van de firma Vlisco). De basisstof, evenals het naaigerei werd en wordt in Paramaribo gehaald. Wol werd vroeger niet gebruikt, alleen katoenen garens, die kant-en-klaar gekocht werden in Paramaribo. Tot begin van de vorige eeuw deden Marrons hun traditionele kleding uit bij het naderen van Paramaribo, vermoedelijk volgens een ongeschreven wet.