Gouden tijden, gele biezen

 
Uniform NS
Mu
14 juli 2017

In 1980, begin 1990 was onze economie op een hoogtepunt met aandacht voor kunst en cultuur als gunstig gevolg. Er werden fondsen geïnstalleerd ter ondersteuning van nieuwe ontwikkelingen in architectuur, beeldende kunst en vormgeving. Overheidsinstellingen en bedrijven besteedde aandacht aan hun grafische vormgeving en lieten hun ‘huis-stijl’ ontwerpen door belangrijke grafisch ontwerpers. PTT en de Nederlandse Spoorwegen (NS) liepen hierbij voorop.

Uniform PTT
Uniform PTT

Vormgeving van uniforme kleding

De aandacht voor de ‘huis-stijl’ zorgde ook voor de commerciële variant; de term Corporate Identity was een feit. In het verlengde hiervan kreeg ook de vormgeving van bedrijfs- c.q. uniforme kleding de aandacht. Verandering en vernieuwing was de code, zowel voor het ontwerp als voor productie en communicatie.

Via mijn toenmalige werkgever, Dienst voor Esthetische Vormgeving (DEV) van PTT, werd ik benaderd door de NS om ontwerpers te zoeken voor nieuwe conducteurs uniformen. De NS had een vergelijkbare dienst in huis als DEV, deze had zich wel met treinen en stations, maar nooit met kleding beziggehouden. Ik droeg vijf ontwerpers voor, onder wie Clemens Rameckers van RAVAGE die ik goed kende. Hij kreeg de opdracht, het feit dat hij in Parijs woonde was voor de NS geen probleem. Mij werd gevraagd het project te leiden. Het was januari 1984, toen wij aan een avontuur begonnen dat uitgroeide tot een 15 jaar durende samenwerking.

Uniform NS
Uniform NS

Vernieuwende aanpak

Onze aanpak was nieuw en anders. We waren jong en enthousiast en wilden precies weten wie de kleding zou gaan dragen en wat het werk inhield. Ons onderzoek begon in de koffiekamers van het personeel. De medewerking en vrijheid die wij van het bedrijf kregen was optimaal. Met deze eerste opdracht konden wij een succesvolle methode ontwikkelen waarbij alle partijen zich betrokken voelden en plezier hadden in het project. Niet in de laatste plaats de dragers van de kleding zelf!

Over het algemeen waren uniformdragers, zeker die van de staatsbedrijven, niet erg progressief in hun kleding gedrag. De opdrachtgever, daarentegen, wilde een frisse nieuwe uitstraling. Clemens wist zich hierin prima te verplaatsen met zijn feilloos gevoel voor kleding en zijn Parijse mode-ervaring. Hij was in staat het ontwerp precies die ‘touch’ te geven waardoor zowel bedrijf als personeel zich erin konden vinden.

Uniform Muziektheater
Uniform Muziektheater

Inspraakmethode voor de dragers 

Onze inspraakmethode droeg daar extra aan bij: bij iedere opdracht werden drie ontwerpvarianten gepresenteerd, een klassieke, een sportieve en een ‘avantgardistische’. Na goedkeuring van de opdrachtgever werden de prototypen door het hele land in een catwalk show getoond. Mannequins werden gekozen uit het personeel zelf, een vaste groep ging twee weken mee op tournee. Alle medewerkers konden vragen stellen en kregen een stem bij de uiteindelijke keuze. Het werd altijd voorstel 1 of 2. Vanwege de extremiteit van voorstel 3, realiseerde niemand zich dat voorstel 1 nogal afweek van een klassiek kostuum, om van 2 maar niet te spreken! Door de keuze te laten aan de dragers was iedereen uiteindelijk positief, inclusief de directie. 

Onze methode werd een succes en kreeg ruime aandacht van pers, radio en televisie. Vele opdrachten volgden, met name van grote bedrijven die graag het hele proces uit handen gaven met als resultaat een spraakmakend en door het personeel gewaardeerd kledingpakket! Bij de laatste show voor conducteurs stond de ANWB tussen de coulissen met de volgende opdracht. De conducteurskleding voor de NS werd bekroond met de prestigieuze Engelse Brunel Award. Clemens en Queen Elizabeth II waren aanwezig bij de uitreiking.

Voorstel uniform ANWB
Voorstel uniform ANWB

Nieuwe productiemethoden van uniforme kleding 

Productie van kleding voor staatsbedrijven diende in Nederland plaats te vinden. Er waren een aantal, in uniformen gespecialiseerde, bedrijven waar we goed mee konden werken. Dat was toen gemakkelijker voor heren- dan dameskleding. Bij de eerste opdracht hadden we ons tot doel gesteld een mooie elegante uniformbroek voor dames te maken. Die waren we nog nooit tegengekomen. Kleermakers maakten de prototypes zodat we precies naar wens konden laten produceren. Helaas, de bedrijven konden of wilden hun computerprogramma’s niet wijzigen voor onze nieuwe, modieuze modellen. We hielden vol en bleven vechten voor centimeters en nieuwe silhouetten. In een kranteninterview uitten we dit probleem. Dit kreeg veel kritiek van de bedrijven maar er meldde zich wel een producent die aan onze eisen tegemoet wilde komen. We bouwden later een groep vaste producenten op waarmee we blijvend en met veel plezier zouden samenwerken.

‘Nee’ was niet te koop in die tijd. Ruime keuzepakketten stelden de gebruiker in staat om zelf een gevarieerde garderobe samen te stellen. Eén van onze laatste opdrachtgevers, Academisch Ziekenhuis Groningen, richtte zelfs een winkel in waar verpleegsters konden kiezen uit 80 varianten!

En daarna?….De economie zakte in, staatsbedrijven privatiseerden. We moesten pitchen en er was geen geld en tijd voor onze manier van werken. We sloten een periode af die bepaald werd door positiviteit, kwaliteit en generositeit. In 2000 waren we er klaar mee.

- Liesbeth in’t Hout
  Voormalig Directeur Design Academy Eindhoven en Fashion Council NL

Dit interview is onderdeel van de multimediatour die ontwikkeld is in samenwerking met AR+T bij de tentoonstelling.

De tentoonstelling RAVAGE. Spelenderwijs | mode, kunst, design is van 27 mei 2017 t/m 15 oktober 2017 te zien in Museum Arnhem.

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie