Stalenboeken en Brabantse streekdracht

 
2 februari 2016
Bibliothecaris TextielMuseum

Het TextielMuseum heeft een grote collectie stalenboeken die onlangs werden gebruikt voor een vergelijkend onderzoek naar streekdracht en stalenboeken in Brabantse en Limburgse musea en archieven. Hieronder een bewerking van het gedeelte van een lezing van Renate van de Weijer over de Tilburgse stalenboeken.

Gestreepte rokken

Eind 19de eeuw droegen vrouwen in Brabant rokken in donkere kleuren met smalle strepen of bijna effen. Een aantal van dit soort gestreepte rokken is teruggevonden in Weert in een oude verkleedkist voor carnaval. De rokken bevinden zich nu in Museum Van Horne. De oudste rok is van een dichtgeweven wollen, effen rode stof die is opgeruwd. Deze rok is gedateerd op ongeveer 1830. De rok staat breed uit door een oprijgsel, zoals in die tijd modern was in stadse, Biedermeierachtige mode.

Peelrok, Noord-Brabant, [K.322-55], Streekdrachten in Nederland, Nederlands Openluchtmuseum

In de kist zaten ook gestreepte rokken uit omstreeks dezelfde periode tot het midden van de 19de eeuw. De meerkleurig geweven streepmotieven werden in de breedte gedragen. Streeppatronen die veel in Zuid-Nederlandse streekdrachtrokken voorkomen in de periode 1860-1890 bevatten twee kleuren. Het patroon bestond uit 4 draden rood, 4 blauw, 4 rood, 18 blauw, 18 rood, 4 blauw, 2 rood, 4 blauw, 18 rood, 18 blauw en dan weer opnieuw. Het kon ook gaan om meer ingewikkelde patronen met meer kleuren en ook met meer materialen.

De 'ketting' van de stof (in weverstermen) die op het getouw was aangebracht bestond meestal uit wol. Dit materiaal was enigszins rekbaar en relatief gemakkelijk te bewerken. Voordat de wollen draden werden opgespannen werden ze gelijmd om ze gladder te maken en om breuk te voorkomen. De 'inslag' kon van wol zijn, maar ook van hennep. Dat materiaal was bij elke boerderij in Noordoost-Brabant te vinden tot in het midden van de 19deeeuw. Het werd gebruikt voor touw en voor weefsels. Het is stugger en niet rekbaar.

Brabantse boer en boerin, Ludwig Gottlieb Portman, Jacques Kuyper, Evert Maaskamp, 1803 - 1807, Rijksmuseum

Naast de rode en de gestreepte rok bevatte de verkleedkist enkele rokken met meer ingewikkeld patronen waarbij soms draden hennep zijn meegeweven met de wollen inslagdraad. Het zorgde voor reliëf in de stof (doordat er twee draden werden geweven in plaats van één) en het zorgde voor meer kleur in de stof.

Rijkdom in textiel

Kleding was in die tijd een rijk bezit. In notariële inventarissen van persoonlijke bezittingen (opgemaakt na overlijden) vormde kleding en textiel in de 19de eeuw een belangrijk deel van de rijkdom van de gemiddelde Nederlander. Aan deze patronen en rokken is dit goed te zien. Een geweven rok werd vaak een hele generatie lang gedragen, aanvankelijk als bovenrok, later als onderrok. Kleding gaf men daarnaast van generatie op generatie door of men verkocht het, eventueel na overlijden.

Weefboek firma A.F.J. Schijns gesticht 27 juni 1874 te Tilburg, 1900, bibliotheek TextielMuseum

Stalenboeken

Onderzoeker en cultuurhistoricus Renate van de Weijer bestudeerde in de bibliotheek van het TextielMuseum de stalenboeken of weefboeken van: weverij A.F.J. Schijns in Tilburg, van Pieter van Dooren uit 1884 en van Mommers uit het einde van de 19de eeuw. De stalenboeken bevatten veel staaltjes van donkere stoffen, zowel van machinale als van eenvoudige, thuis geweven stoffen. Het Weefboek firma A.F.J. Schijns gesticht 27 juni 1874 te Tilburg (waarschijnlijk uit 1900) bevat veel stoffen die gediend kunnen hebben als kledingstof: voor jakken en rokken. Opvallend zijn de weefsels met ophogingen. Kennelijk waren stoffen met reliëf nog steeds gewild.

Weefboek firma A.F.J. Schijns gesticht 27 juni 1874 te Tilburg, 1900, bibliotheek TextielMuseum

De boeken van Van Dooren bevatten lijsten van bestellingen van mensen uit andere streken in Nederland, zoals Groningen. De gestreept geweven rokken zijn niet uniek voor Zuid-Nederland maar komen in veel gebieden in Nederland voor, zoals ook in het oosten en noorden van het land. Dit betekent dat in ieder geval vanaf 1870 stoffen op bestelling vanuit andere regio's in Nederland, in Tilburg werden geweven. Ook in stalenboeken van de firma Van den Acker in Gemert komt gestreepte geweven stof uit de 19de eeuw voor.

Op basis van dit onderzoek naar kleding en stalenboeken in Brabantse en Limburgse musea en archieven, blijkt dat dat de gravure van L. Portman en Evert Maaskamp een realistisch beeld geeft van Brabantse streekdracht.

-

In de lezing 'Over krijtstrepen en identiteit: beelden, zelfbeelden, museale representaties en nieuwe ontwerpen in 200 jaar Noord-Brabant' op de Dag van de Brabantse volkscultuur van Erfgoed Brabant presenteerde Renate van de Weijer haar bevindingen. Dit blog is een bewerking van het gedeelte van de lezing over de Tilburgse stalenboeken. Renate van de Weijer is cultuurhistoricus. Eerder werkte zij in het Openlucht Museum in Arnhem, waar veel Nederlandse streekdracht wordt bewaard. 

Zie ook TextielMuseum

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie