#1 Slow Fashion

 
19 januari 2020
conservator

Historische kledingstukken zijn perfecte conversation pieces om het gesprek over duurzame mode op gang te brengen. De tentoonstelling Slow Fashion laat zien hoe het kijken naar historische mode op een verassende manier kan bijdragen aan de discussie over duurzaamheid en mode.

Kleding werd van oudsher gekoesterd, hergebruikt, vermaakt en gerepareerd. Kledingstukken kregen een tweede, derde en soms wel een vierde leven: aangepast aan de nieuwe mode, of hergebruikt voor een nieuwe jurk, opgeleukt om in te verkleden. Slow Fashion dus, maar dan in een oud jasje.

Robe à l'anglaise, 1766, vermaakt voor verkleden in ca. 1890, gedragen door Wilhelmina van der Putten-Maas, bij haar huwelijk in 1766, zijden damast, Huis Van Gijn, schenking 1932, inv.nr. 2412. Foto: Adriaan van Dam

Links: Coralie Vriesendorp, 1928, Regionaal Archief Dordrecht. Rechts: Winanda Staring en Pieter Blussé, 1890, Regionaal Archief Dordrecht

Tussen 1880 en 1940 zijn verkleedfeesten razend populair. Tijdens gekostumeerde feesten, tableaux vivants en bals masqués dossen feestgangers zich maar al te graag uit, bij voorkeur in historische kleding. Vooral 18de-eeuwse japonnen zijn geliefd. In 1928 draagt Coralie Vriesendorp de trouwjapon van haar over-over-over-overgrootmoeder. Als verkleedjurk.

Japon, 1790 – 1794, gemaakt uit een japon van ca. 1766, gedragen door Wilhelmina van der Putten-Maas, als feestjapon in haar bruidsdagen in 1766, zijde, Huis Van Gijn, schenking 1932, inv.nr. 2413. Foto: Daisy van Knotsenburg

Wat doe je in de 18de eeuw als je japon uit de mode is? Dan laat je er een modieuze japon van maken. Uit het overkleed dat hoorde bij deze japon, is een nieuw lijfje gemaakt, voorzien van een modieus middeleeuws aandoend geschulpt randje. De oude onderrok is hergebruikt. Zo kreeg de dure japon een tweede leven.

Japonlijfje van een redingote, ca. 1790 – 1795, handbeschilderd katoen, Huis Van Gijn, inv.nr. 3105. Foto's: Jorgen Snoep

Japonlijfje van een redingote, ca. 1790 – 1795, handbeschilderd katoen, Huis Van Gijn, inv.nr. 3105. Foto's: Jorgen Snoep

Ooit was dit een prachtige redingote van een bijzondere stof: met goudverf beschilderd katoen. Alleen het lijfje van de japon is overgebleven. Wat was toch die losse lap? Een rok? Nee... Na lang puzzelen bleek de onderrok gebruikt te zijn voor het maken van een overtrek voor een chaise longue. De stof was blijkbaar geliefd en kreeg een nieuwe bestemming.

Japon, ca. 1800, gemaakt uit een 18de-eeuwse japon, moiré zijde, Huis Van Gijn, inv.nr. 2400. Foto: Wyke Sybesma

Iets klopt er niet aan deze japon. Het model neigt naar de empiremode, met een verhoogde taille en kortere mouwen, terwijl de stof komt van een zware 18de-eeuwse japon. Die was kostbaar en van zo’n goede kwaliteit dat de eigenaresse er een modieuzer model van liet maken.

Redingote, 1825 – 1830, vermaakt: ingekort, zijde, Huis Van Gijn, inv.nr. 2800. Foto: Adriaan van Dam

Een redingote is een zijden jas-jurk. Kenmerkend zijn de invloeden uit de mannenmode en militaire kleding: rijen knopen, brede revers en schouderkragen. Deze redingote is vermaakt. De rok is ingekort, maar niet afgeknipt. Aangepast aan de lengte van een andere draagster wellicht?

Middagjapon, ca. 1840 – 1845, vermaakt uit een model van ca. 1830 – 1835, zijde, Huis Van Gijn, inv.nr. 2803/06. Foto: Adriaan van Dam

Aan de vermaaksporen is te zien dat deze japon verschillende keren is aangepast aan de laatste mode. Tussen 1830 en 1840 zijn volumineuze mouwen zeer modieus. Het puntvormige lijf wordt rond 1840 mode en is waarschijnlijk de laatste aanpassing. De mouwen zijn dan alweer ouderwets. Kennelijk deerde de eigenaresse dat niet.

Japon, ca. 1850 – 1855, vermaakt uit een model van ca. 1845 – 1850, zijde, Huis Van Gijn, schenking 1927, inv.nr. 2420. Foto: Adriaan van Dam

Wie in fotoboeken uit de periode 1840 - 1860 bladert, ziet veel Schots geruite japonnen. Het patroon wordt mateloos populair door de Engelse koningin Victoria, die een grote voorliefde voor Schotland heeft. De eigenaresse van deze japon laat de mouwen en het lijfje aanpassen aan de laatste mode. De vermaaksporen zijn strategisch weggewerkt onder de verticale stroken van de net iets andere stof.

Japon, 1910, vermaakt uit model uit 1901, gedragen door Johanna Houkjen Staring-Blussé, zijde en kant, Huis Van Gijn, schenking 1932, inv.nr. 2809. Foto: Jorgen Snoep

Chic en representatief, maar niet heel modieus. Mevrouw Staring-Blussé draagt deze japon op het huwelijk van haar dochter. Ze is dan 57 jaar. Dames 'op leeftijd' hoeven zich niet meer volgens de laatste stijl te kleden. De mouwen en het kant zijn vervangen rond 1910. Zo kon de japon weer jaren mee.

Modiste H. Köhlenberg, Bruidsjapon met rekening, 1915, vermaakt: sleep afgeknipt, zijde, Huis Van Gijn, schenking 1978, inv.nr. 12023. Foto: Adriaan van Dam

Slechts eenmaal wordt hij gedragen, de trouwjapon. Eigenlijk verspilling van materiaal, arbeid en geld. Maar niet altijd. Zo laat mevrouw Vreugdenhil-Bouthoorn haar trouwjapon inkorten 'tot normale lengte'. Zo heeft de kersverse domineesvrouw er een representatieve japon bij. Dit kost haar maar 2 gulden extra, op een totaal maakloon van 15 gulden. Het materiaal zelf kost 58 gulden, 552 euro nu.

Dordrecht in de Mode
Voor het eerst in vijftig jaar toont Huis Van Gijn/Dordrechts Museum zijn uitgebreide modecollectie. De tentoonstelling Slow Fashion toont tot 12 april op twee locaties, in het Dordrechts Museum en in Huis Van Gijn, hoe onze voorouders zorgvuldig omgingen met hun kleding, bewust en duurzaam. Ook is er een kleine publicatie over de collectie verschenen: Dordrecht in de mode.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie