Blauw-witte doek met Arabische kalligrafie

Blauw-witte schouderdoek: centraal staan drie grote bloemvormige ruiten, over een achtergrondmotief van kleine geometrische bloemen: jlamprang, een abstract, uit India afkomstig stermotief (van patola-doeken) dat valt onder het algemene patroon ceplok. Ceplok is de naam voor een variatie aan repeterende geometrische patronen, meestal gebaseerd op min of meer circulaire vormen (rosetten, sterren), die in verschillende secties zijn opgebouwd (van Roojen, 1998). Over de rest van de doek staan losse eenheden Arabisch schrift, evenals grotere symbolen. De uiteinden bestaan uit drievoudige sierrand, met centrale baan in afwisselend cartouches en ruitjes. Omdat niet bekend is dat vrouwen ook doeken droegen met Arabische teksten, kan deze selendang een hoofddoek voor mannen zijn (zie Kerlogue, 2001). De uiteinden zijn in imitatie-franje: sisir. Volgens Fiona Kerlogue zijn de grotere krullende motieven afgeleid van het tughra-motief, de emblematische handtekening van een Ottomaanse sultan. Elke sultan had zijn eigen tughra, welke hij gebruikte op officiele brieven en verdragen met andere heersers (2001). In de Indonesische context werd het gezien als een symbool dat bovennatuurlijke kracht zou hebben. De doek was bestemd voor de lokale markt en voor export naar Sumatra.