Herenbroek behorend bij ensemble (Ministerkostuum) bestaande uit jasje, twee broeken en een steek

001: jasje002: donkere pantalon003: lichte pantalon004: steekgoudborduursel, laken, voeringszijde, voeringskatoen, gallon, zilverdraad/zijde001: goudkleurig metaaldraad/lovertjes002: 15 metalen knopen003: 13 benen knopen004: zwart haarvilt, versiering in goud borduurwerk en oranje kokarde, witte struisverenJasje midden voor 9 goudkleurige knopen o.a. eikebladmotieven: boord, manchetten taille achter; rugzijde 10 knopen (idem voor) garnering. In kraag losse boord; 2 x pantalon zijnaad gallon; zigzag motief, gestileerde bladmotieven. Goudborduursel op jasje met "bouillon" en pailetten.Steek: Langwerpige zwarte hoed, de kanten opzij om hoog gevouwen. In de ontstane gleuf versiering van witte struisvogelveren. Op de rechterzijde een oranje eikel van ripslint met daaroverheen gouden band (goud borduursel) vastgezet met een metalen knoop; champagnekleurige voering met bruin leren binnenkant.,Afkomstig van Folkert Evert Posthuma (Leeuwarden 1874 - Vorden 1943), landbouwkundige en minister. Werd in 1914 minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. In deze functie had hij tijdens de Eerste Wereldoorlog de leiding van de Nederlandse voedselvoorziening en distributie. Tijdens de bezetting werd de pro-Duitse Posthuma door een verzetsgroep geliquideerd. Lit: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel 3, p. 466-468.