Hoofddeksel van een soefi

 

Rondtrekkende soefi's zijn herkenbaar aan hun uiterlijk. In Iran, aan het einde van de 19de eeuw, gingen zij eenvoudig gekleed en droegen een hoog hoofddeksel. Zij waren ook herkenbaar aan hun...

Doorzoek de website met tags
Objectnummer
RV-503-232
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1850-1883
Herkomst
Iran

Rondtrekkende soefi's zijn herkenbaar aan hun uiterlijk. In Iran, aan het einde van de 19de eeuw, gingen zij eenvoudig gekleed en droegen een hoog hoofddeksel. Zij waren ook herkenbaar aan hun attributen. Hiertoe behoorden onder meer een blaasinstrument, een bedelnap (kashkul) en een staf. Dit hoofddeksel werd waarschijnlijk door een shaykh, een leraar of meester, gedragen in de omgeving van Isfahan, Iran, aan het einde van de 19de eeuw. Het hoofddeksel is het belangrijkste onderdeel van de soefi-uitrusting. Het geeft aan tot welke orde men behoort en welke status men heeft (Menzel 1932: 179-180). De hoge puntige muts bestaat in Iran uit 4 of 12 driehoekige of vierkante delen (tark) die verwijzen naar de 12 sjiitische imams. [De Rifai-derwisjen 8 of 12; Badawi 12; Qadiri, 2, 4, 12; Chisti 4 of 18; Bektashi 4 en later 12]. Met het aantal zijn vaak mystieke betekenissen verbonden, bijvoorbeeld de principes waarnaar men streeft, of het slechte dat men al heeft afgezworen. Er bestaan zowel ronde als spitse derwisjhoofddeksels. De spitse bestaan grotendeels uit 4 tark die rijkelijk zijn gedecoreerd met zijde of wol. De decoraties bestaan uit teksten of levensboommotieven. Vaak wordt een tulband om de muts geslagen. Zowel de tulband als de kleur van de muts is afhankelijk van de orde, of geeft binnen de orde een bepaalde status aan. Dit hoofddeksel is gemaakt van vier bijna driehoekige aan elkaar genaaide delen. (DH, 8/2000)

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie