Japon van Wilhelmina Maas-Van de Putten, gedragen tijdens de bruidsdagen

 

a: Japon in blauwgrijze zijde in ribsbinding en gebrocheerd met florale motieven in licht en donker rose, licht en donker geel, licht en donker blauw en licht en donker groen De stof is ouder dan...

Objectnummer
2413 a-c
Instelling
Huis Van Gijn
Periode
1790 1760 1766

a: Japon in blauwgrijze zijde in ribsbinding en gebrocheerd met florale motieven in licht en donker rose, licht en donker geel, licht en donker blauw en licht en donker groen De stof is ouder dan het model van de robe: waarschijnlijk is het oorspronkelijk een robe à la Française geweest te zijn die is vermaakt om aan de mode van ca. 1790-1794 te voldoen. Het lijfje heeft aan de achterzijde een rechte lage halsuitsnijding en 4 panden; de middenachternaad heeft twee baleinen; aan de achterzijde loopt het lijfje uit in een punt die over de taille reikt; de rok zit aan de achterzijde met brede platte plooien vast aan het lijfje; de voorzijde van het lijfje vertoont een lage rechte halsuitsnijding en bestaat uit 2 losse panden en heeftt geen zijnaden; het voorpand loopt onder de arm door naar het achterpand; beide voorpanden hebben 4 lubben die afgezet zijn met een wit zijden lintje; de rok voor zit tot iets voorbij de zij met platte plooien vast aan het lijfje; over een lengte van 30 cm. is de rok aan de voorzijde aan een linnen bandje van15 cm. genaaid; in de stof is bij beide zijkanten een opening geknipt van 40 cm.; de rok sluit in de zij met haken en ogen, aan de binnenkant; midden op de rug zit op taillehoogte een linnen band vastgenaaid die om de taille gestrikt kan worden; het lijfje is gevoerd met rood geruit en oranje gestreept linnen; de voorsluiting bestaat uit een aangezette dubbel gevouwen rood geruite reep stof met 12 gefestonneerde gaatjes en met baleinen aan beide kanten; de sluiting geschiedt door middel van een veter, verder zitten er voor de sluiting nog 10 haken en ogen aan de stof van het lijfje; in de taille zijn links en rechts schuingeknipte en geplooide, grof geweven linnen stukken genaaid van ongebleekt linnen; de mouwen zijn straktot net over de elleboog en bestaan uit twee panden; de rok heeft aan de binnenzijde langs de gehele onderkant een stevig stuk wit linnen van 30cm, die gepapt is. In de nek is een label met S-B ingenaaid. Deze stof komt uit ca. 1750-1770; waarschijnlijk eerst robe francaise en is ca. 1830 vermaakt. b-c: Enkele stukken van een zijden stof in ribsbinding die is gebrocheerd en identiek aan de stof van inv.nr 1413a: de delen lijken van een lijfje te zijn. 2413b: onderrok (tentoonstellingsmateriaal), sept. 2005 afgevoerd.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie