Jas

De kinderdracht wordt als daagse dracht al sinds het begin van de 20e eeuw niet meer gedragen. Na 1930 alleen nog maar bij feestelijke gelegenheden. Na WO II wordt hiervoor veel nieuwe kleding genaaid. Jongens kregen na hun vierde jaar het pak van een volwassene aan. Het rokkien werd over het gestreepte onderbaadje gedragen. Zwarte wollen stof. Heeft 5 knopen (kwartjes van na de oorlog met koningin Juliana erop) en knoopsgaten. Bovenaan sluit het door middel van een knoop met een lusje. De zijnaden zijn naar achteren geplaatst en eindigen in twee splitjes. Het linker voorpand en de linker mouw hebben een aangezet stuk bij gebrek aan stof. De hals en de voorpanden gedeeltelijk, de mouwen en het mouwsplit zijn afgezet met een kloskoordje. De mouwen sluiten met een zwarte knoop. Gevoerd met een geglansde zwarte katoen. De kinderdracht wordt als daagse dracht al sinds het begin van de 20e eeuw niet meer gedragen. Na 1930 alleen nog maar bij feestelijke gelegenheden. Na WO II wordt hiervoor veel nieuwe kleding genaaid. Jongens kregen na hun vierde jaar het pak van een volwassene aan. Het rokkien werd over het gestreepte onderbaadje gedragen.