Modefotografie & modeprenten in de vroeg 20e eeuw

 
28 augustus 2023
Mode- en Kostuumafdeling Kunstmuseum

Lange tijd was de modeprent het ultieme medium om de laatste modes naar het publiek over te brengen.

Industrialisatie in de 19e eeuw had ervoor gezorgd dat het maken van de prenten werd vergemakkelijkt. Prenten konden in grote oplages gedrukt worden, al werden de meest luxueuze nog wel met de hand ingekleurd. Hoewel de modeprent lange tijd prevaleerde, werd deze door de opkomst van de snel ontwikkelende modefotografie uiteindelijk toch van de troon gestoten.   

Afb.1: Modefoto in De Gracieuse, november 1908, coll. Kunstmuseum Den Haag

Kapers op de kust?

De eerste echte modefotografie komt in de laat 19e eeuw pas op. De techniek is dan echter nog niet zo ver dat het ook mogelijk is om deze met de juiste kwaliteit en in grote oplages te verspreiden in tijdschriften zoals de modeprenten. De snelle ontwikkeling van de fotografie in de 20e eeuw betekende wel een reële dreiging voor de modeprent. In de vroege jaren van de 20e eeuw konden de twee echter nog vrij harmonieus naast elkaar bestaan. 

Modefotografie was niet alleen populair omdat het iets nieuws was, ook had de fotografie het voordeel dat de kledingstukken realistischer, hoewel alleen zwart-wit, konden worden weergegeven. Al is het goed om te bedenken dat ‘photoshop’ ook toen al bestond, zo werden foto’s vaak geretoucheerd om bijvoorbeeld tailles smaller te maken.

Studiofotografie

De komst van de modefotografie was aanvankelijk een uitkomst voor de makers van modeprenten. Niet langer hoefde er een echt model te komen om nagetekend te worden, men had nu genoeg aan foto’s van modellen.

Hiervoor werd vaak gebruik gemaakt van foto’s van bekende vrouwen. Zo fotografeerde Léopold-Émile Reutlinger in zijn studio al vanaf de laat 19e eeuw operazangeressen, actrices en danseressen. Bekende namen die voor zijn lens verschenen waren Sarah Bernardt, Cléo de Mérode en Mata Hari.

Afb. 2: Modefoto’s van Sarah Bernardt in een Reutlinger album, coll. BnF Gallica

Dit soort foto’s – uiteenlopend van vrouwen in zeer modieuze kostuums, tot foto’s van schaars geklede dames in toneelkostuums en zelfs erotische foto’s – werden gebruikt als publiciteitsmiddel, verzameld, of, in het geval van de foto’s van de modieuze kostuums, gebruikt om de laatste mode te verspreiden.

Soms werden de foto’s vrij letterlijk nagetekend voor de modeprenten, maar soms werden – vooral de extreem modieuze – japonnen ook wat aangepast. Zo publiceerde De Gracieuse in juni 1909 onderstaande prent van een vrouw in een zachtroze japon. In een album van Reutlinger is een vrouw in een zeer vergelijkbare japon en zeer vergelijkbare houding te vinden. De gelijkenis is zo groot, dat te stellen is dat dit de inspiratie moet zijn geweest.

De hoge rok die doorloopt in het lijfje is zelfs getekend met dezelfde vouwen. In plaats van de blouse van geborduurde tule (?) met wijde hals en korte mouwen, is de vrouw op de prent afgebeeld met een guimpe (halsinzet) met hoge boord en ondermouwen, zo krijgt de japon een daagsere uitstraling.

Afb. 3: detail van een modeprent uit De Gracieuse, juni 1909, coll. Kunstmuseum en detail album Reutlinger, coll. Bnf Gallica

De gefotografeerde vrouw wordt in het album Calvill genoemd en komt voor in verschillende albums van Reutlinger. In hetzelfde album staat ze ook nog een keer staand geportretteerd in dit kostuum. Deze foto gebruikte De Gracieuse voor het titelblad van het augustusnummer in 1909.

In de beschrijving lezen we: ‘Visitetoilet, bestaande uit een rok van cachemir en een blouse van gesoutacheerde tule’. Hoewel de blouse qua materiaal meer lijkt op de blouse van de foto, is er voor op de prent gekozen om de mouwen lang te maken en een halsinzet met hoge boord toe te voegen.

Onderaan naast de zoom van de rok is heel klein ‘Reutlinger’ te lezen, wat doet vermoeden dat de foto niet zomaar gekopieerd werd, maar dat de De Gracieuse de rechten had gekocht om de foto te reproduceren.

Afb. 4: detail van een modeprent uit De Gracieuse, augustus 1909, coll. Kunstmuseum en detail album Reutlinger, coll. Bnf Gallica, let bij de foto op de bewerkte taille

Voor beide prenten werd de Franse mode dus aangepast aan de vaak wat meer degelijke Nederlandse smaak. De albums van Reutlinger werden blijkbaar internationaal goed verspreid. Een variant op het kostuum van de foto is namelijk ook nog terug te vinden op een affiche van het Italiaanse warenhuis Mele & Ci, waarbij is gekozen om het kostuum uit te voeren in een opvallende oranje kleur.

Afb. 5: Affiche, Mele & Ci, coll. Museo nazionale Collezione Salce

Straatfotografie

Niet alleen de studiofotografie bleek een inspiratie voor de modeprenten, ook de straatfotografie leverde mooie beelden op. Prachtige foto’s zijn er van de races te Longchamp, een van dé mode-evenementen van weleer. Dit was de plaats om te zien en gezien te worden, uiteraard in de allerlaatste mode.

Meer dan eens werd hier ‘revolutionaire’ mode gepresenteerd, zo choqueerde ontwerpster Jeanne Margaine-Lacroix in 1908 de modewereld door drie modellen in wel heel sluike japonnen naar Longchamp te sturen (ze verwierven al snel de naam ‘Les Nouvelles Merveilleuses’) en in hetzelfde jaar waren er zelfs al wat vrouwen die het aandurfden om zich in broeken bij de races te vertonen.   

Afb. 6: Vrouwen in ‘broeken’, Longchamp, oktober 1908, coll. BnF Gallica

Foto’s van de races werden opgenomen in tijdschriften, maar dienden ook als inspiratie voor modeprenten. Zo is er in de collectie van het Kunstmuseum Den Haag een modeprent uit het Duitse magazine Grosse Modenwelt van een vrouw in een fluwelen kostuum. In de beschrijving is te lezen dat het om een creatie van de ontwerper Gustav Beer gaat, destijds een zeer bekende ontwerper van wie ook het Kunstmuseum Den Haag enkele kledingstukken in de collectie heeft.  

Afb. 7: Modeprent, Grosse Modenwelt, februari 1909, coll. Kunstmuseum Den Haag

In de tekst wordt geen vermelding gemaakt van de beruchte draagster van het kostuum, niemand minder dan Mata Hari. Margaretha Geertruida Zelle, zoals ze in het echt heette, werd geboren in Friesland en was een zeer bekend exotisch danseres, die in Parijs wereldfaam behaalde met haar gewaagde dansacts.

In 1908 vertoonde ze zich in Longchamps in dit zeer modieuze kostuum. Dat Mata Hari niet genoemd wordt bij de modeprent is niet heel gek. Hoewel ze destijds enorme populariteit genoot, was ze zeker niet iemand met wie nette dames zich wilde associëren. Maar een trendsetter, dat was ze in ieder geval wel.

Afb. 8: Mata Hari bij Longchamp in oktober 1908, coll. Gallica BnF

Toevalstreffers

In de collectie modeprenten bevinden zich vermoedelijk nog veel meer prenten die ook op een foto gebaseerd zijn. Nu steeds meer foto’s online staan, is het makkelijker om dit soort connecties te maken. Hoewel het vaak toevalstreffers zijn, is het interessant omdat het een inzicht geeft in hoe mode zich verspreidde.

Opvallend is bijvoorbeeld het verschil in tijd dat er tussen de foto’s en prenten zit. De foto’s van Mata Hari komen uit oktober 1908, de prent uit februari 1909. Hoewel de Reutlinger foto’s helaas niet gedateerd zijn, is het opvallend dat de prent tweemaal als voorbeeld diende, eerst in juni 1909 en later in augustus 1909. Zelfs de hoogmodieuze prenten lopen dus weleens iets achter op de mode. 

De prenten uit de collectie van het Kunstmuseum Den Haag tot eind 19e eeuw zijn al online te vinden, binnenkort volgen ook de vroeg 20e-eeuwse prenten.

 

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie